3°00'25.2"N 7°11'34.4"E
53.006994, 7.192888
Bourtange (Gronings: Boertang) is een vestingdorp in de provincie Groningen, dat tijdens de Nederlandse Opstand is aangelegd.Hoewel de grachten en muren anders doen vermoeden, heeft Bourtange nooit stadsrechten gehad.
In 1580, tijdens de Nederlandse Opstand, volgde de stad Groningen de noordelijke stadhouder Rennenberg in zijn keuze voor Spanje. De stad werd toen bevoorraad vanuit Duitsland, via een weg op de zandrug (tange) die door het Bourtangermoeras voerde.
Om deze bevoorradingsweg te blokkeren gaf Willem van Oranje aan de overste Diderick van Sonoy opdracht op de weg een schans aan te leggen. Na zijn dood werd het werk voortgezet door Willems opvolger en neef Willem Lodewijk van Nassau (de oudste zoon van zijn broer Jan VI de Oude). In 1594 werd de stad Groningen heroverd en werd de vesting Bourtange onderdeel van de grensverdediging van de drie noordelijke provincies Groningen, Friesland en Drenthe.
De vesting werd onder andere in 1665 tijdens de Eerste Münsterse Oorlog verbeterd, en in 1672, tijdens de Tweede Münsterse Oorlog toen Bernhard von Galen Groningen aanviel. Door de vestiging van burgers kreeg Bourtange de status van een vesting. In 1742 bereikte de vesting de grootste omvang. Aan de oostzijde kwamen tussen de half bastions van het kroonwerk twee ravelijnen en het glacis werd afgegraven.
Doordat het Bourtangermoeras steeds meer verdroogde, ondanks maatregelen om dit te verhinderen, en de vuurkracht van geschut groter werd, nam de militaire betekenis van de vesting echter af. In 1851 werd de vesting officieel opgeheven, en werd Bourtange een agrarisch dorp in Westerwolde.