Klink op de afbeelding om de kaart te downloaden.


De Staats-Spaanse Linies zijn een stelsel van militaire verdedigingslinies, ontstaan tijdens de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648) en de Spaanse Successieoorlog (1701–1714) in het noorden van het graafschap Vlaanderen. Tussen Staats-Vlaanderen - het huidige Zeeuws-Vlaanderen - en het Spaanse gebied onmiddellijk daarbuiten - de stad Antwerpen en het noorden van de provincies Oost- en West-Vlaanderen - ontstond een heuse frontzone. Deze linies bestonden uit versterkte steden zoals Sluis, Aardenburg, Oostburg, Axel en Hulst ('Staats') of Oostende, Damme, Middelburg, Gent, en Antwerpen ('Spaans'). Langs de toegangswegen werden forten, schansen en redoutes opgericht, vaak met de steden of onderling verbonden door dijken. Het netwerk van verdedigingslinies werd soms geënt op oude middeleeuwse bedijkingen langs zeegeulen of op de dijken van kanalen of brede wateren. Met inundaties of onderwaterzettingen controleerden de strijdende partijen strategische plaatsen in de frontzone.

 

Tachtigjarige Oorlog

Vanaf 1581 begon Parma met de herovering van de Zuidelijke Nederlanden en in 1583 was vrijwel heel Zeeuws-Vlaanderen ingenomen, op Sluis, Biervliet en Terneuzen na, die in Staatse handen bleven. Van hier uit begon men de dijken door te steken, waardoor de zee het land overstroomde en de bevolking goeddeels wegtrok. De geulen tussen de eilanden vormden barrières voor de koninklijke of 'Spaanse' troepen. Ondanks dit hadden de Spanjaarden omstreeks 1600 geheel Zeeuws-Vlaanderen in handen, op de eilanden van Biervliet en Terneuzen/Axel na. Toen keerden de kansen en prins Maurits wist Philippine te veroveren en wilde van daar naar Duinkerke oprukken om de Duinkerker kapers te verslaan. Dit resulteerde in de Slag bij Nieuwpoort die door Maurits werd gewonnen. Kort daarna echter werd Philippine weer Spaans, maar de Staatsen veroverden West-Zeeuws-Vlaanderen in 1604. Philippine kwam echter pas weer in 1633, het Land van Hulst en Sas van Gent kwamen eerst in 1645 in Staatse handen.

De inundaties werden pas zeer geleidelijk weer ongedaan gemaakt. Herdijking vond mede om militaire redenen plaats, namelijk om versterkte steden met elkaar te verbinden. Pas tijdens het Twaalfjarig Bestand werd er weer op grote schaal ingepolderd.

Aan weerszijden van de ontstane 'grens' werden nu reeksen verdedigingswerken gebouwd: Steden werden met wallen en bastions versterkt, forten, redouten en schansen werden gebouwd en uiteindelijk werden de belangrijkste verdedigingswerken met elkaar verbonden door dijken, waardoor Linies van Communicatie ontstonden. Bij sommige forten verrezen complete dorpen, met huizen, kerk, en windmolens.

De eerste linies verrezen tegen het einde van de 16e eeuw, en ook in de eerste decennia van de 17e eeuw werden er vele aangelegd. Uiteraard gingen ze weleens over van Staatse in Spaanse handen en omgekeerd. Niet alle forten en linies hebben even lang bestaan. Sommige werden verwoest door krijgsgeweld, andere door inundaties zoals bij de inval van de Fransen in 1672. In vredestijd werden ze vaak niet onderhouden en vervielen ze.

 

Verdere geschiedenis

Hoewel de Linies door de Vrede van Münster in 1648 in feite overbodig waren, waren er diverse krijgshandelingen die de machten aan een of beide zijden van de grens noopten om de Linies weer te activeren. Zo was daar de inval van de Fransen in 1672, de Spaanse Successieoorlog (1701-1714), de Oostenrijkse Successieoorlog (1740-1748) en daarna de Franse opmars van 1794 en uiteindelijk de Belgische Opstand van 1830. Gedurende al deze troebelen werd een deel van de Linies geactiveerd al droegen ze nauwelijks bij aan enig militair succes.

[bron:https://nl.wikipedia.org/wiki/Staats-Spaanse_Linies]

 

Forten en Redoutes

Assenede

Beveren

Brugge

Damme

Hulst

 

Knokke-Heist

Westelijke reeks

Linie van Oostburg

Passageule-Linie

Stekene

Terneuzen

 Fort Sint-Jacob

Zelzate

Vestingsteden

 

 

Linies

De Spaans-Staatse linie was niet één linie, maar bestond uit meerdere linies, afhankelijk van de vordering in de het conflict.