Gepubliceerd op 11 jan. 2018


51°48'57.9"N 5°01'18.5"E

51.816075, 5.021805

                       

In 1361 laat ridder Dirc Loef van Horne een blokhuis bouwen op de strategische plaats waar Maas en Waal samenkomen. Dirc Loef begint met een simpele toren (het blokhuis), maar al snel – binnen 10 jaar – bouwt hij Loevestein uit tot een heus kasteel: het stenen huis van Loef. Dirc’s leenheer, de machtige graaf van Holland, laat zijn oog vallen op het imposante bouwwerk op de grens van Holland en Gelre. Zo’n belangrijk kasteel op de grens van zijn graafschap wil hij zelf bezitten. Holland en Gelre verkeren immers regelmatig in oorlog! En Slot Loevestein is een klein stukje Holland omgeven door Gelders gebied. Vanaf 1372 is Loevestein inderdaad in grafelijke handen. In Loevestein wonen dan geen ridders meer, maar kasteleins: in opdracht van de graaf van Holland.

In de 16e eeuw zijn de Nederlandse provinciën in een heftige strijd verwikkeld met de Spaanse koning. In 1568 is de Nederlandse Opstand (ook bekend als Tachtigjarige Oorlog) een feit. Ook Slot Loevestein raakt bij deze vrijheidsstrijd betrokken. De Spanjaarden zien de strategische ligging van Loevestein en legeren er troepen. In 1572 weten de geuzen Loevestein definitief in te nemen. Loevestein is voortaan in Staatse handen. Willem van Oranje laat Slot Loevestein versterken. Rondom het kasteel worden vestingwallen aangelegd. Daaromheen wordt een gracht gegraven. Binnen de vestingwallen wonen soldaten; aanvankelijk in houten barakken, later in stenen huisjes. Het kasteel staat kaal en leeg midden in de vesting. Het lijkt heel geschikt als gevangenis. Vrijwel alle kamers worden als cel gebruikt en de grote zaal op de tweede verdieping, die we nu nog ‘Staatsgevangenis’ noemen, wordt met houten scheidingswanden verdeeld.

Vanaf 1575 wordt op initiatief van Willem van Oranje begonnen met het moderniseren van de middeleeuwse verdedigingswerken rondom Loevestein. Eind 1589 worden een vijfhoekige omwalling met 3 bastions, een half bastion en een rondeel aangelegd. In 1651 wordt het middeleeuwse rondeel vervangen door een nieuw bastion. Sindsdien is de vorm van de vesting nauwelijks veranderd.

Tijdens de Nederlandse Opstand is Loevestein een van de steunpunten in het oostelijke grensgebied van Holland. In het rampjaar 1672 vallen de Franse troepen van Lodewijk de XIV het land binnen. Snel wordt een verdedigingslinie tot stand gebracht. Vanaf 1673 wordt deze linie uitgebouwd tot een permanente verdediging: de Hollandse Waterlinie. Deze eerste Hollandse Waterlinie loopt van de Zuiderzee tot de Biesbosch. Het concept is eenvoudig, maar erg effectief. Delen van het land worden onder water gezet om te voorkomen dat de vijand kan oprukken. Een laag water van een halve meter diep over een breedte van 3 tot 5 km. blijkt niet te passeren voor soldaten en hun materieel. Hoger gelegen gebieden, die men niet onder water kan of wil zetten, worden met vuur verdedigd vanuit forten en sterkten. Het primaire doel van deze linie is de bescherming van het westelijke deel van het land, vooral het belangrijke, machtige Holland.

In 1815 besluit koning Willem I – op advies van Cornelis Krayenhoff, inspecteur-generaal der Fortificaties – dat Utrecht in de Waterlinie moet worden opgenomen. Er wordt een Utrechtse Linie aangelegd, die wordt uitgebouwd tot de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Tussen 1816 en 1824 worden veel forten gebouwd om de waterlinie naar het oosten op te schuiven. Ondanks deze nieuwe initiatieven wordt de Oude Hollandse Waterlinie gewoon afgebouwd. Die doet voortaan dienst als reservelinie. In 1874 bepaalt de Vestingwet dat de Nieuwe Hollandse Waterlinie onderdeel wordt van het centrale verdedigingsstelsel van de Nederlanden.

Ook de Nieuwe Hollandse Waterlinie is gebaseerd op waterbeheersing en overstromingen. Alleen zijn deze overstromingen nu uitgebreider en beter beheersbaar. Over een lengte van zo’n 85 km. (van Muiden tot Werkendam) kan een strook polderland van 5 km. breedte onder water gezet worden. Verder bestaat de linie uit forten en batterijen die waterkeringen en inlaatpunten beschermen en niet te inunderen terreinstroken afsluiten. Tussen 1815 en 1885 worden veel nieuwe forten gebouwd. Bestaande forten worden gemoderniseerd en onder andere voorzien van bomvrije bunkers. In de vesting Loevestein wordt in 1882/3 de kazemat gebouwd.

[bron: https://www.slotloevestein.nl/geschiedenis/]