Inundatiesluizen Schellingwoude

52°22'55.0"N 4°57'39.8"E

52.381935, 4.961059

 

De Oranjesluizen zijn een complex van schutsluizen in het IJ. Ze vormen de grens tussen het Binnen- en het Buiten-IJ en dragen bij aan het op peil houden van de waterhoogte in het Noordzeekanaal. Ze zorgen er ook voor dat er niet te veel zilt water uit het Noordzeekanaal in het IJsselmeer komt. De sluizen worden beheerd door Rijkswaterstaat.

Het complex strekt zich uit van het dorp Schellingwoude op de noordoever van het IJ tot de noordpunt van het Zeeburgereiland, een plek die vroeger bekendstond als de Paardenhoek.

Het bestaat uit drie kleinere sluizen bedoeld voor kleine beroepsvaart en pleziervaart, een grote sluis voor de binnenvaart, en twee vispassages. De kleinere sluizen hebben deuren die open en dicht kunnen klappen. De schutkolken van deze sluizen meten 14 bij 67 meter (twee stuks) en 18 bij 90 meter.

Na lange discussies ging in 1865 de eerste spade de grond in voor het Noordzeekanaal. Tegelijk werd begonnen met de bouw van de Oranjesluizen. Om de waterstand in het kanaal goed te kunnen regelen, was het noodzakelijk om het IJ aan de oostzijde af te sluiten van de Zuiderzee. Aanvankelijk wilde men dat doen met een dam met slechts één sluis erin en een stoomgemaal. Op aandringen van Amsterdammers en van binnenschippers werd besloten het aantal sluizen te verhogen tot drie, zodat scheepvaart tussen Amsterdam en de Zuiderzee goed mogelijk bleef. Justus Dirks maakte het ontwerp, en De Amsterdamsche Kanaal-Maatschappij, de onderneming die de bouw van het kanaal leidde, stelde de waterbouwkundige Johannis de Rijke aan als opzichter van de bouw van de Oranjesluizen. Koning Willem III legde op 29 april 1870 de eerste steen. Er was toen al vijf jaar met veel tegenslag gewerkt aan de aanleg van de kistdam die het grootste deel van de afsluiting vormde. Op 25 september 1872 voer het eerste schip door de sluis.

Voor het personeel (sluismeester, ingenieur, kantonnier en sluisknechten) werden in totaal 23 woningen ten noorden van de sluizen (tegen Schellingwoude aan) gebouwd.

Het stoomgemaal aan de noordkant van de sluizen werd al in 1895 vervangen door een nieuw aan de zuidkant. En in 1975 werd dit weer vervangen door een elektrisch gemaal bij de Sluizen van IJmuiden. Op de fundamenten van het eerste stoomgemaal is in 1975 een vispassagegemaakt.

In 1909 werd ten noorden van de sluizen een telegraaf- en hulppostkantoor gericht op binnenvaartschippers (naar ontwerp van rijksbouwmeester Cornelis Peters) gebouwd.

Door toenemende drukte in de jaren 70 en 80 van de 20e eeuw ontstonden soms gevaarlijke situaties wanneer beroepsvaart en plezierschepen door dezelfde sluis wilden. Bovendien waren binnenvaartschepen sinds 1872 aanzienlijk groter geworden. Daarom werd een aparte sluis gebouwd voor de binnenvaart, de Prins Willem-Alexandersluis. Deze werd in 1995 geopend.

 

[Bron: https://nl.wikipedia.org/wiki/Oranjesluizen]

 


Kustbatterij bij Durgerdam/ Vuurtoreneiland

52°22'20.8"N 5°00'49.7"E

52.372439, 5.013797

 

Kustbatterij bij Durgerdam is een vestingswerk van de Stelling van Amsterdam op het Vuurtoreneiland in het IJmeer.

In 1809 werd op het eiland een militaire post (onder de naam Werk aan het IJ op het Vuurtoreneiland) gevestigd, als onderdeel van de Posten van Krayenhoff, die in 1844 werd uitgebouwd tot een heus vestingwerk.

Op het eiland werd in 1883 een bomvrij gebouw en een kustbatterij aangelegd. Samen met Fort Pampus en Fort Diemerdam moest het Amsterdam verdedigen tegen aanvallen vanuit de Zuiderzee. Er waren drie geschutsplatformen en vier munitiebunkers. Elke bunker is in twee ruimten verdeeld en bestaat uit vier nissen waarin munitie werd opgeslagen. De vijf kanonneninclusief bemanning werden echter al in 1904 verplaatst naar Den Helder. De kazerne bestaat uit 14 ruimten voor de officieren en manschappen die deels via een gang met elkaar verbonden zijn. Onder de ruimten liggen waterkelders.

Het Vuurtoreneiland is een eilandje in het IJmeer net uit de kust van de polder IJdoorn bij Durgerdam. Het is in 1701 aangelegd om een lichtbaken te kunnen plaatsen, Hoek van 't IJ. In 1885 werd het eiland vergroot voor de Kustbatterij bij Durgerdam.

 

[Bron: https://nl.wikipedia.org/wiki/Vuurtoreneiland ]

 


Fort bij Edam

52°31'04.2"N 5°04'03.4"E

52.517827, 5.067600

 

Het Fort bij Edam is een fort van de Stelling van Amsterdam. Het fort is gelegen ten noorden van de Edammersluis in de Polder Zeevang bij Edam.

In 1885 werd begonnen met de bouw van de dienstwoning en de bergloods bij Fort bij Edam. Deze dienden als directiekeet en voor de opslag van gereedschappen tijdens de bouw. De slappe veenbodem was ongeschikt en de veengrond werd deels afgegraven en afgevoerd en hiervoor kwam een dikke zandlaag in de plaats. Het zand werd met schepen aangevoerd en veel van de forten van de stelling liggen direct aan het water voor deze reden. In 1908 begon de bouw van het fort model B. Het zand werd deels weer weggegraven en meer dan 2000 palen werden de grond ingeslagen. Op de heipalen kwamen de gebouwen van ongewapend beton. Het uitgegraven zand werd later gebruikt voor afdekking aan de voor- en de bovenzijde van het fortgebouw. Het fort heeft geen hefkoepels, maar kreeg een middenvoor geplaatste gepantserde frontkazemat van waaruit voorwaarts gevuurd kon worden. In 1913 werd het fort opgeleverd. De directiekeet werd in gebruik genomen door de fortwachter.

Tijdens de mobilisatieperiode in Eerste Wereldoorlog van 1914 tot 1918 waren er militairen in het fort gelegerd. Daarna raakte het fort in onbruik. Tijdens de Tweede Wereldoorlog was het fort in gebruik bij de Duitse Wehrmacht. Na de bevrijding in 1945 werden er NSB'ers en collaborateurs gevangengezet. Van 1948 tot 1980 is het fort een wapen- en munitieopslagplaats geweest, onder meer voor onbruikbaar gemaakte handvuurwapens. 

 

[Bron: https://nl.wikipedia.org/wiki/Fort_bij_Edam]