52°05'10.3"N 4°53'08.9"E

52.086203, 4.885808

 

Woerden stamt uit de Romeinse tijd, toen rond 41 n. Chr het castellum Laurium op deze plek werd gesticht, op een natuurlijke hoogte. Dit castellum was een legerplaats langs de noordgrens van het Romeinse Rijk, die gevormd werd door de Rijn, tegenwoordig de Oude Rijn. Laurium is in gebruik geweest tot omstreeks 270. Er is een aantal Romeinse schepen in Woerden gevonden, en een replica wordt sinds 2009[2] gebruikt voor rondvaarten.

Tussen 719 en 722 verbleef Bonifatius in Woerden om te prediken. Rond het jaar 795 werd Woerden Wyrda genoemd.

Gaandeweg de Middeleeuwen begon Woerden vanaf de 12e eeuw meer versterkt te worden (een slot, wallen, grachten). Rond 1160 liet Godfried van Reenen, de bisschop van Utrecht, een versterking bouwen bij de nederzetting Worden (soms ook Worthene genoemd) aan de Oude Rijn. De versterking had tot doel om tegengas te geven tegen de expansiedrift van de graaf van Holland. De stad had een houten kerk, die in 1202 afbrandde.

Aan de zuidwestelijke zijde van de stad werd omstreeks 1275 een kasteel door graaf Floris V gesticht.

Woerden kreeg op 12 maart 1372 stadsrechten van hertog Albrecht van Beieren. In 1410 begon de bouw van het Kasteel van Woerden, in 1501 het stadhuis en in 1755 de stellingmolen De Windhond. Deze gebouwen bestaan nog steeds.

Omstreeks 1600 kreeg de stad naast de omwalling, ommuring en gracht een extra versterking in de vorm van een ravelijn en vier bastions, die grotendeel werden gebouwd op de hoekpunten van de bestaande stadsmuur.

De stad had tot tweemaal toe zwaar te lijden onder de Fransen. De eerste keer was in het rampjaar 1672. Woerden was toen onderdeel van de Oude Hollandse Waterlinie. De slag bij Kruipin vond plaats in de nacht van 11 oktober op 12 oktober 1672 bij het Fort Kruipin. De Fransen bezetten de stad gedurende een jaar, gedurende welk jaar zij een schrikbewind uitvoerden.

Op een kaart uit 1725 is te zien dat een tweede gracht rondom de stad is aangelegd. Tussen de binnen en buitengracht is een onbebouwd verdedigingsveld.

De tweede maal dat de stad te lijden had van de Fransen was in 1813, aan het einde van de Franse Tijd, toen de bevolking iets te vroeg de kant van de prins van Oranje koos, namelijk toen de Franse soldaten zich nog in de stad bevonden. De Fransen namen hiervoor op een afschuwelijke manier wraak, door op 24 november de stad zwaar te plunderen en vele burgers te vermoorden. Bij deze slachtpartij, bekend als de Ramp van Woerden, werden 28 burgers gedood en raakten 37 gewond.

 

 [bron: https://nl.wikipedia.org/wiki/Woerden]